Het gebit

Snijtanden

wolfstandSnijtanden zijn gemaakt om voedsel vast te kunnen pakken en af te snijden.
De lippen, wangen en zijn tong verplaatsen dit voedsel naar achter zodat het vermalen kan worden. Paarden hebben 6 boven snijtanden en 6 onder snijtanden.
Veulens worden meestal geboren zonder snijtanden, maar de binnenste snijtanden zullen binnen de eerste week doorkomen. Dit zijn ook de eerste snijtandjes die zullen wisselen voor de volwassen snijtand.

Kiezen

Kiezen worden ook wel (pre-)Molaren genoemd. De kiezen worden gebruikt voor het fijnmalen van het voedsel. Deze hebben de belangrijkste functie van het gebit.

De kiezen van een paard zijn opgebouwd uit:
12 premolaren (eerst melk dan volwassen) en 12 molaren.
Per kiezen rij zijn de eerste 3 kiezen premolaren en de achterste 3 kiezen molaren.

Hengsten- of Ruinentand

Deze tanden hebben uitsluitend een sociale functie. Ze dienden vroeger met name als gevechtswapen. Deze tanden komen voor bij hengsten en ruinen, maar ook af en toe (in een kleinere variant) bij dominante merries. Een paard ontwikkeld 4 hengsten- of ruinentanden. Die zullen doorbreken rond de leeftijd van 4,5 jaar en staan in de ruimte tussen tanden en kiezen.

Wolfskies

Dit kleine kiesje is ooit een grotere kies geweest. Deze kies heeft tegenwoordig dan ook geen functie meer. Het is nu alleen nog een klein kiesje met een korte wortel die voor de eerste ‘grote’ kies doorkomt. Vaak komen wolfskiesjes voor in de bovenkaak. Soms ook in de onderkaak. Niet elk paard krijgt wolfskiezen. Wolfskiezen wisselen niet meer nadat ze zijn doorgekomen. Ze worden vaak verwijderd omdat het overlast met het bit kan veroorzaken.
Wolfskiezen onder het tandvlees blijven zitten en dus niet volledig doorbreken worden blinde wolfskiezen genoemd.

Het wisselen van de tanden

peanut

Bij een veulen breken tussen de eerste 6 tot 8 dagen de eerste snijtanden door (de binnenste snijtanden in de boven en onderkaak). Ook breken in die eerste week de eerste 12 kiezen door!

Binnen 6 tot 8 weken breken de middelste snijtanden door.
binnen 6 tot 8 maanden de buitenste snijtanden en de wolfskiesjes als het paard deze krijgt.

op 1 jarige leeftijd breekt de 4e kies in de kiezen rij door (deze heeft geen melktand gehad)
op 2 jarige leeftijd breekt de 5e kies in de kiezen rij door (deze heeft geen melktand gehad)
op 2,5 jarige leeftijd gaan binnenste snijtanden wisselen en de eerste kiezen in de kiezen rij.
op 3 jarige leeftijd gaat de 2e kies in de kiezen rij wisselen. En breekt de 6e en laatste kies in de kiezen rij door.
Op 3,5 jarige leeftijd gaan de middelste snijtanden wisselen en de derde kies in de kiezen rij.
Op 4,5 jarige leeftijd gaan de buitenste snijtanden wisselen.

een 5 jarig paard zou dus al zijn kiezen gewisseld moeten hebben!

Ontstaan van problemen:

Vroeger aten paarden zo’n 18 uur per dag. Tegenwoordig is dit vaak niet meer dan 4 uur per dag.
Hierbij was de slijtage aan het gebit dus veel groter. Omdat de tanden nu sneller groeien dan dat ze afslijten krijg je scherpe randen, haken en andere onregelmatigheden aan de kauwvlakken. Doordat de kiezen niet meer goed op elkaar passen zie je ook veel onbalans aan de snijtanden. Als de snijtanden te lang worden ontstaan er weer andere problemen, zoals kiezen die geen contact meer maken etc. Deze problemen kunnen veel pijn en irritatie bij het paard veroorzaken.
Ook kunnen ze sterk vermageren, lastig worden in omgang of met rijden.
Als een paard vroeger gebitsproblemen had, zou hij daar zijn leven mee rondlopen. Tegenwoordig kunnen tandproblemen goed behandeld worden.

Symptomen

Een aantal kenmerken om tandproblemen te herkennen.

*Gewichtsverlies
* Doffe slechte vacht.

* het laten vallen van krachtvoer
* Hoofd scheef houden bij het eten.
* Eerst hooi dan krachtvoer eten.
* proppen maken, sap uit het hooi zuigen de rest weer uitspugen.
* onregelmatige kaakbeweging tijdens het kauwen
* hooi in het water stoppen.
* koliek
* slechte vertering

* ongelijkmatige bespiering op het hoofd
* slechte adem
* Bulten op de kaak of bij de neus.
* afscheiding uit neus, oor of oog.
* Lange stukken hooi in de mest
* hangende onderlip
* zwellingen
* overbelasting op het kaakgewricht

* slecht in de aanleuning
* verandering in rijgedrag
* slaan met het hoofd tijdens het rijden
* tong uitsteken
* verzet tijden het rijden
* problemen met het hoofdstel vastmaken

Dit zijn symptomen die kunnen voorkomen, maar een paard dat geen ander gedrag vertoont kan zeker net zo goed problemen aan zijn gebit hebben!*